Uitstoot toewijzen, doorberekenen en aantoonbaar terugdringen. Nu de uitstoot van CO2 voor 2030 met 55% moet zijn gereduceerd, zijn dit onderwerpen waarmee ieder bedrijf binnen logistiek en transport te maken heeft of krijgt. Dat lijkt wellicht een extra takenpakket met bijbehorende kosten, maar “het is ook economisch interessant”, vertelt Susanne Dirksen, sales manager bij Schavemaker Transport.
Minder lege kilometers
“We moeten als bedrijf en als branche binnen afzienbare tijd CO2-neutraal worden,” weet Susanne, “en je merkt dan ook dat veel vervoerders al bij Lean & Green zijn aangesloten om stappen te zetten. Het is goed om te weten hoeveel je uitstoot en waar de excessen zitten: daar kun je dan op sturen. Dit gaat namelijk niet alleen om CO2-reductie: het is ook economisch interessant. Als je minder lege kilometers rijdt, is dat financieel aantrekkelijk. In onze branche, waar je te maken hebt met forse investeringen en kleine marges, is dat van wezenlijk belang. Carbon footprinting stond daarom al lange tijd bij ons op de agenda.”
Duurzaam wagenpark
Dat is onder andere te zien aan het wagenpark van Schavemaker Transport. Zo rijden er tussen twee eigen locaties elektrische trucks, om ervaring op te doen met de mogelijkheden. Voor een dedicated klant worden trucks ingezet die rijden op Hvo100, waardoor de CO2-uitstoot 90% lager ligt. En er is zelfs een speciale trailer ontwikkelt, zodat de truck die rollen staal naar Duitsland brengt voortaan op de terugweg schroot mee kan nemen.
Data uit boardcomputer
Inmiddels is ook een volgende stap gezet. Samen met de Topsector Logistiek onderzoekt Schavemaker hoe ze hun huidige logistieke processen verder kunnen verduurzamen. Susanne: “De Topsector wil een programma doorontwikkelen dat bedrijven inzicht geeft in de tijdsbesteding en de benutte en onbenutte capaciteit. Wij zijn gevraagd onze data geanonimiseerd met ze te delen. Zij koppelden de data die we al gebruiken voor het aantonen van de CO2-uitstoot, aan data uit onze boardcomputers. Data die we als bedrijf dus sowieso al hebben. Footprinting noemen ze dat: die extra stap. Hierdoor kregen we ineens zoveel extra inzichten!”
Wachttijden en capaciteit
“We kunnen ineens zien hoe lang chauffeurs bij klanten moeten wachten voordat ze kunnen laden of lossen. Als ze steeds op dezelfde locatie uren moeten wachten, kunnen we dat nu aantonen met de werkelijke wachttijden en bespreken. En eventueel kunnen we dat doorberekenen.
We hebben ook inzichtelijk wat de consequenties zijn als we dagelijks een pallet ophalen of eens per week vijf. Het scheelt ons uitstoot en lege kilometers en daar heeft de klant financieel voordeel van.”
Effect fixed levertijden
“Daarnaast kregen we zicht op de effecten van volle ladingen en deelpartijen. Zo blijken deelpartijen relatief veel tijd en CO2-uitstoot te kosten. Dat heeft vooral te maken met de fixed levertijden. Soms moet je deelpartijen afleveren op twee locaties vlak bij elkaar, maar zit er drie uur wachttijd tussen. Om die tijd te vullen wordt er een andere rit tussen gepland, met de bijbehorende extra kilometers en uitstoot. Natuurlijk snap ik het wel: bedrijven willen vaste tijden vanwege hun eigen interne logistiek, maar het is wel iets om over na te denken. Om het samen met de verladers over te hebben. Het is aan de data te danken dat dit überhaupt inzichtelijk is.”
Automatiseren is een must
Wat heeft Susanne vooral van dit proces met de Topsector geleerd? “Je uitstoot aantoonbaar verminderen, efficiënter werken en concurrerend blijven, dat kan alleen als je bijblijft. Als je stappen zet door te automatiseren. Je hebt gewoon feitelijke data nodig om de juiste beslissingen te kunnen nemen. Daarom is de overstap van papieren vrachtbrieven naar E-CMR er ook zo belangrijk: dat maakt het hele proces veel inzichtelijker en transparanter en zorgt ervoor dat je als bedrijf klaar bent voor de toekomst. Want het gaat niet zo heel lang meer duren voordat je CO2 moet gaan toewijzen én doorbelasten in de keten. Data zijn daarbij onmisbaar.”
Mensenwerk
Maar hoe belangrijk en onmisbaar de digitalisering ook is, voor goede data blijf je voor een belangrijk deel afhankelijk van mensen. De planner moet de orderinvoer volledig en eenduidig mogelijk in het TMS zetten. Wat bedoelt hij met één eenheid? Een pallet? Een doos? Een truck?
En een boordcomputer registreert wel waar de truck rijdt, maar de chauffeur moet invoeren wát hij doet: pauze, laden, lossen, administratie. Susanne: “Daar moeten we als branche een enorme slag slaan. Iedere medewerker moet weten wat het belang is van data registreren. Wat het je als bedrijf oplevert. Dat moet je echt delen. Alles valt of staat met de input. Als mensen de gegevens niet of niet goed bijhouden, zijn je data meteen minder betrouwbaar en krijg je een verkeerd beeld.”
Vergrijzing
En die mensen, dat is wel een aandachtspunt. Transport is van oudsher een conservatieve sector. Daar komt bij dat de populatie chauffeurs aan het vergrijzen is: zij zijn het niet gewend dat zij op hun boordcomputer moeten aangeven wat ze op welk moment doen en vergeten het soms gewoon. Ook laaggeletterdheid onder de chauffeurs is een issue. “Daar liepen wij tijdens dit traject wel tegenaan”, aldus Susanne. “Je moet mensen echt goed begeleiden én motiveren, want deze digitaliseringsslag kan voor hen best lastig zijn. Voor ons is het heel vanzelfsprekend om op een device te werken, maar dat is niet voor iedereen zo.”
Sturen op basis van feiten
“Weet je: soms heb je al een onderbuikgevoel, maar deze data tonen echt de feiten. Als je dit proces goed oppakt, brengt het je heel veel. Je krijgt inzichten waarop je kan sturen. Je kan je wachttijden beperken. Vol rijden. En tegelijkertijd aantoonbaar je uitstoot reduceren. Data zijn dus waanzinnig belangrijk: je hebt er ook economisch gezien veel profijt van.”